vrijdag 23 juli 2004

2004 deel 3: Glasgow

Vandaag mogen we van onszelf (en Jim en Catherine) lekker uitslapen, het is tenslotte vakantie! We krijgen een lekker licht ontbijt met toast en eigengemaakte jam en kaas. Onze buiken zijn gelukkig weer helemaal de oude. Jim geeft ons een lift naar de bushalte en we kunnen 3 uur relaxen met de bustocht naar Glasgow! We zitten achter de chauffeur gezellig te praten over het landschap en de afgelegen huizen. Onderweg, tijdens de rookstop en benen-strek-pauze van de buschauffeur in Inveraray, vraagt hij plotseling of we uit Nederland komen. Hij heeft ons gesprek bij vlagen kunnen volgen, omdat hij een tijd in Nederland gewerkt heeft.

Eenmaal in Glasgow aangekomen is het een klein stukje lopen naar ons hotel op Renfrew Street. Gelukkig verwachten van ons goedkope hotel alleen een bed en een douche, en dat is maar goed ook. We krijgen een kleine kamer met als enige uitzicht een beschimmeld dakraampje. We besluiten dan ook maar om snel de stad weer in te gaan. Renfrew Street ligt in het noorden van het centrum, en het is een steil stukje dalen naar Sauchiehall Street. Schuin tegenover ons hotel ligt de Glasgow School Of Art, een bouwwerk van Charles Rennie Mackintosh, een van de beroemdste architecten van de stad. 



Uit de Lonely Planet reisgids hebben we een stadswandeling gekopieerd, die we vandaag van plan zijn te lopen. De beschrijving is niet echt accuraat en we raken soms van de route af. Niet minder leuk, we komen zo door rare steegjes en achterafstraatjes. We hebben grote gedeeltes van de stad al gezien tijdens onze vakantie van vorig jaar, maar er valt nog genoeg te ontdekken en te zien. 
 
Tardis!

Vooral het stuk door Kelvingrove Park is prachtig. Een mooi groen park met een kabbelende rivier Kelvin, met de universiteitstoren die boven alles uitsteekt. Glasgow blijft toch een stad met twee gezichten, aan de ene kant heb je de oude Victoriaanse gebouwen en architectonische hoogstandjes van C.R. Mackintosh, aan de andere kant zie je overal de overblijfselen van de zware industrie.
De mooie kant van de brug: Kelvingrove Park & University tower

De industriƫle kant van diezelfde brug

Door al het gewandel en het bestuderen van de kaart omdat we steeds van de route afwijken, vergeten we helemaal om foto's te maken. Dat maken we later wel weer goed! Op de terugweg, als we weer op Sauchiehall Street uitkomen, eten we bij Nice'n'Sleazys. Na een verfrissende douche (het is wel erg krap in de 'badkamer'), maken we ons op voor onze eerste avond stappen in Glasgow, naar The Cathouse.


Het hotelontbijt valt (naar alle verwachting) erg tegen. Maargoed, we zijn ook erg verwend afgelopen weken met kakelverse ontbijtjes! En we verwachten alleen maar een bed, douche en wc hier, dus ontbijten doen we voortaan gewoon wel in de stad zelf. Vandaag pakken we, na een rondje winkelen, toch nog een keer de trein naar Edinburgh.
Toeristenbusfile.

Waar iedereen halleluja roept over Edinburgh, hebben wij totaal geen binding met die stad. De gebouwen zijn mooi, maar het massatoerisme wat het uitstraalt, de vele doedelzakspelers (speciaal voor toeristen neem ik aan, we komen ze alleen maar tegen in Edinburgh) en de toeristenbussen werken erg averechts. Er hangt gewoon een andere sfeer in de stad, een soort Disneyland. Maargoed, we maken er het beste van, met wederom een wandeling uit de Lonely Planet. We lopen via Princess Street Gardens richting het kasteel. Wederom hebben we weinig zin om het kasteel te bekijken met de lange rijen voor de kassa.
Edinburgh Castle

Als eerste bezoeken we de Camera Obscura. Een gebouw vol met optische illusies, lachspiegels en op het dak de Camera Obscura, waar je ongestoord de mensen beneden op de Royal Mile kunt bekijken. Na het bezoek lopen we verder over de Royal Mile (met de gedachten dat wij het nu zijn die bekeken worden), en raken alweer de weg kwijt met de wandelbeschrijving. We komen via een omweg toch uit bij de voet van Arthur's Seat, zodat we even de drukke oude stad kunnen ontvluchten. Als we omhoog lopen begint het zachtjes te miezeren, wat al snel overgaat in regen. Desondanks hebben we toch nog een mooi uitzicht over het mierennest beneden ons.
Arthur's Seat

Uitzicht vanaf Arthur's Seat

Uitzicht vanaf Arthur's Seat

Jammer dat het weer zo tegenvalt, want de uitzichten zijn echt mooi. Als we naar beneden lopen, glibberen we gevaarlijk dicht langs de rand van de steile heuvel. Als we uiteindelijk weer terug zijn bij Waverley Station, hebben we wel honger gekregen van de wandeltocht. We eten bij de Burger King en stappen doorweekt op de trein terug naar Glasgow. We frissen ons op in de dwergenbadkamer van ons hotel en gaan de stad weer in. We halen wat te eten en te drinken en kijken een film op tv.


Vandaag is het een stuk mooier weer dan gisteren, dus het is tijd voor weer een flinke stadswandeling. We ontbijten in het hotel, met toast en jam, en stappen de zonnige stad in. Er zijn nog een paar dingen die we graag willen zien vandaag, zoals People's Palace, het Partick Thistle Stadion en Tall Ship At Glasgow Harbour (alle drie in een andere hoek van Glasgow, dus het wordt een flinke dag wandelen). Allereerst lopen we door de verlaten winkelstraten richting het oosten van de stad. The People's Palace is een museum dat de historie vertelt van de inwoners van de stad, en de stad zelf, vanaf 1750 tot het heden. Aan het museum is een grote glazen kas gebouwd, vol tropische planten.
People's Palace


Over Glasgow Green, een groot park bij de People's Palace, en langs rivier de Clyde zijn we verder gewandeld naar het westen van de stad. Uiteindelijk komen we uit bij het Scottish Exhibiton & Conference Centre (in de volksmond ook wel Armadillo (gordeldier) genaamd), het Science Centre, iMax theater en de Glasgow Tower (vandaag uiteraard ook weer buiten gebruik). We besluiten door te lopen, het Science Centre hebben we vorig jaar al bezocht en het is veel te mooi weer om ergens lang binnen te blijven.
SECC

Science Centre
River Clyde

Langs de Clyde wandelen we verder. Onderweg lopen we langs de helicopterbasis van de Strathclyde Police. Even verder ligt het Tall Ship At Glasgow Harbour. Dit zeilschip, gebouwd in de beroemde scheepsdokken van Glasgow, is een van de vijf overgebleven Clydebuilt zeilschepen, en de enige in de UK. Het doet tegenwoordig dienst als museumboot. Aan boord is het te zien hoe het leven aan boord was. Vanaf dit schip heb je ook prachtige uitzichten over de Clyde, richting de kranen van de havens.
Mast van The Tall Ship

Scheepsinterieur

Tall Ship
Havens van Glasgow

Na het bezoek aan The Tall Ship lopen we via een voetgangersbrug over de drukke wegen en spoorwegen en komen uit bij Kelvingrove Park. Het is lekker warm, zonnetje erbij en het park zit dan ook overvol met Glaswegians die liggen te zonnen op het gras. Door de straatjes in West End komen we uit bij een Subway broodjeszaak, waar we wat eten. Verderop, achter het drukke 'centrum' van het westen van de stad in Maryhill lopen we langs wat filmlocaties van Trainspotting. Alhoewel deze film zich afspeelt in Edinburgh en Leith, is veel van de film opgenomen in Glasgow. In Crosslands, een oude kerk die nu gebruikt wordt als pub, is de balkon-scene uit de film opgenomen.
Het balkon uit Trainspotting

Maryhill is niet echt een wijk voor toeristen. Gekscherend wordt dit deel ook wel de Murder Mile genoemd. We merken er echter niets van, behalve dat dit deel van de stad vandaag wordt gebruikt door jongeren die in hun auto's door de woonwijken scheuren. We lopen via het Firhill stadion, waar Glasgows derde voetbalclub Partick Thistle zijn thuisbasis heeft. 
Partick Thistle stadion

Op de terugweg naar het centrum houden we een wc-stop in een kleine pub in Maryhill, tot onze grote verbazing komen we terecht in het hoofdkwartier van de lokale aanhang van Partick Thistle. De hele kroeg is versierd met zelfgemaakte Partick Thistle prullaria, van glas-in-lood-raampjes tot de maandelijks (zelfgestencilde) supporterskranten. De barvrouw zet ons 2 pints voor, ze kijkt er raar van op dat er plotseling 2 toeristen aan de bar zitten. "Die komen hier namelijk nooit in de buurt".

Via achteraf straatjes door de wijken Maryhill en Kelvinside lopen we terug naar het hotel. Het is al avond, en na een snelle douche duiken we het centrum weer in, op naar The Cathouse waar 6 lokale bandjes spelen. Echt geweldig zijn ze niet, maar we hebben desondanks wel een toffe avond.

We hebben heerlijk uitgeslapen tot 11 uur, en zijn gaan ontbijten in de stad zelf. Vanavond spelen er wat leuke bandjes in Rockers hebben we op een poster gezien. Geen idee waar Rockers is, volgens iemand in de Cathouse was het ergens langs de Clyde. Het eerste wat we deze middag gaan doen is dus op zoek naar waar Rockers eigenlijk ligt. We komen in de raarste uithoeken in East End, langs leuke winkeltjes en op een soort illegale markt op een binnenplaatsje, maar geen Rockers te vinden. Uiteindelijk blijkt het een soort kelder onder de spoorbrug te zijn, vlak naast Central Station. Hebben we daarvoor de halve East End doorgelopen! Er staan hier wel veel gebouwen leeg in de buurt. 
Lege gebouwen in Glasgow
Hierna zijn we maar lekker gaan winkelen in het centrum. Alle winkelcentra moeten er aan geloven, en in Princes Square raken we behoorlijk gehypnotiseerd door de wirwar van roltrappen. 
Princes Square

Op Buchanan Street vind je van alles en nog wat qua winkels, maar sommige springen er gewoon uit qua naam. Zo vinden we Snax in the City, een klein toonbankje vol vettigheid. Uiteindelijk komen we uit in de Marks & Spencer, waar we onze tas volkopen met lekkere snacks voor het avondeten.
Buchanan Street

We eten op de hotelkamer, leve de Marks & Spencer! 's Avonds zijn we dus naar Rockers gegaan. Wat een leuke avond! We babbelden gezellig met een van de bands totdat de deur openging. Ze zijn druk bezig hun makeup voor het optreden aan het aanbrengen. Bij gebrek aan spiegel gebruiken ze maar de achteruitkijkspiegel van de bus (alles kan in Glasgow). Eenmaal binnen rammelt de tent elke 4 minuten als er een trein overkomt. Rockers heeft een podium, waarvoor een aantal picknicktafels staan. Aan de bar hangen kan niet, we worden namelijk bediend door een serveerster. Dit is zeker een van de mafste podia waar we ooit geweest zijn. We gaan rond een uur of half 2 terug naar het hotel, onze laatste nacht in Glasgow zit erop...

Onze laatste ochtend Glasgow. We hebben weer lekker uitgeslapen en na een laatste goodbye wandeltour door de stad (de sandwichbar hieronder maakt zijn naam meer dan waar) en de laatste inkopen hebben de bus gepakt naar het vliegveld.

De vlucht is turbulent, de piloot is een fan van scherpe bochten en boven Nederland hupsen we gezellig met het hele vliegtuig op en neer. Eenmaal in Amsterdam aangekomen (nog steeds met het zweet in de handen van het vliegen) hebben we onze vakantie goed afgesloten, natuurlijk in de pub, met een paar pints (en een broodje kroket) in onze stamkroeg Dan Murphys op het Leidseplein.


zaterdag 17 juli 2004

2004 deel 2: Islay

Om half 6 's ochtends gaat de wekker en om 6 uur zitten we al achter een ontbijt van bonen, bacon en toast. Een ander stel in het B&B, die er ook zo vroeg uit zijn, gaan met de auto richting Kennacraig, dus we krijgen een lift van ze. In Kennacraig stappen we als een van de eersten aan boord op de ferry richting Islay. Om 7 uur 's ochtends, wat een onchristelijk tijdstip, maken we de ruige vaart naar Islay. Het weer is behoorlijk slecht, regen en storm. Binnen zien we zee-lucht-zee-lucht door het raam heen en we voelen ons er niet beter door. We besluiten al snel om buiten te gaan staan, ondanks het nare weer.
Bijna 2 1/2 uur later meren we aan in Port Ellen. Onze wiebelige benen kunnen we even strekken, in de 50 meter richting de bushalte. We stappen in de bus die al klaarstaat, richting Bowmore. Het is inmiddels droog, en onderweg zien we het redelijk vlakke turflandschap van Islay, er is zelfs een heus vliegveld! Eenmaal in Bowmore stappen we over op de postbus naar Port Charlotte. Ook deze postbode is een kamikaze-rijder, die zijn voet steevast vol op het gaspedaal drukt. Om half 1 staan we na, zoals het voelt, een wereldreis, dan eindelijk in Port Charlotte.
Port Charlotte

Port Charlotte is een leuk plaatsje met witte huisjes met zwarte daken. Onze hotelkamer is gelegen in een klein schuurtje achter de Lochindaal Pub. Na het ritueel dumpen van de tassen in onze kamer hebben we een burger met frietjes gegeten in de pub, waar een oude man (de broer van de eigenaar van de pub) elk kwartier een pint Guiness naar binnen giet. ‘s Middags maken we onze verloren nachtrust goed door even een middagslaapje te houden. ‘s Avonds maken we een kleine wandeling langs de kust van Port Charlotte. We redden nog een vogeltje die uit een dakgoot is gevallen.
Hij heeft het overleefd!

Na een kopje thee op de kamer besluiten we toch nog even de pub in te duiken. Er is live muziek van wat dorpelingen en we hebben ook nog geen avondeten gehad. Dat doen we nu maar even, in de vorm van soep met een broodje ("Only soup and a roll, are you sure?", vraagt Grant de barman nog). Na een potje poolen met wat pints, zitten we nog even lekker te luisteren naar de muzikale inspanningen van de locals, als we ineens 2 pints onder onze neus geschoven krijgen. We kijken van wie we deze welkome verrassing krijgen, zwaait het stel uit Dumfries (met wie we de avond ervoor zo leuk hebben zitten kletsen in de huiskamer van het B&B) ons tegemoet. Het is een kleine wereld! Ze zijn op bezoek bij een man, genaamd Islay George. Islay George is zeer gastvrij, hij laat ons alle Islay malt whiskies proeven. Ondertussen zet de grommige man van het stel ook nog steeds pints voor onze neus neer. Twee beetjes dronken rollen we om 12 uur sluitingstijd ons bedje in..

 
We zijn om 10 uur opgestaan, en vreemd genoeg valt de kater reuze mee! We krijgen ons ontbijt geserveerd door Grant, de 25-jarige barman die gek is op Nederland (en ons ontbijt serveerde in Ajax shirt). Boven de deur van de pub zijn 2 klompen gespijkerd. Raar, om als Schotlandgekke Nederlanders een Nederlandgekke Schot tegen te komen! Grant vindt dat "Dutch can drink", zeker omdat we gisteravond slechts soup and a roll als avondeten hebben gehad.
Het ontbijt doet ons goed en we huren fietsen bij een vrouw in het dorp. Ze heeft maar liefst 3 huurfietsen in haar 'bedrijfje', maar dit zijn de beste huurfietsen die we ooit gehad hebben. Als we wegfietsen uit Port Charlotte staat Islay George net buiten, en kijkt ons met een katerig hoofd verschrikt aan. Zitten die rare Nederlanders na zo'n avond nu alweer op een fiets?
Portnahaven

Langs de Atlantische Oceaan fietsen we lekker in het zonnetje. De tocht is gelukkig redelijk vlak. Onze eerste bestemming is Portnahaven, met witte huizen en mooie binnenhavens met strakblauw water. Zo in de zon lijkt het meer op een dorpje bij de Middellandse Zee dan Schotland. We kopen wat lekkers bij de lokale supermarkt en fietsen weer verder.
Pas op voor schapen

De schapen en koeien lopen hier gewoon los over het eiland. Aan auto's zijn ze gewend, maar blijkbaar niet aan fietsers. Blijven ze gewoon rustig in de berm staan als er een auto langs komt, als er fietsers langskomen krijgen ze zelfmoordneigingen. Met een flinke gang scheuren we een heuvel af, als er plotseling een kudde schapen schrikt van ons, en ze aan alle kanten over de weg springen, vlak voor onze fietsen. Gelukkig hebben we goede remmen op de fiets! Even verderop is een boer zijn schapen aan het scheren, het gemekker is oorverdovend.
Schapen scheren

We picknicken naast een beekje in een weiland vol schapenkeutels (de schapen zijn weggevlucht voor ons). Ondertussen hebben we uitzicht op de Atlantische Oceaan. De kustlijnen zijn hier echt schitterend. We blijven nog even lekker in het weiland liggen. Inmiddels moeten we toch maar even zonnebrandcreme smeren (te laat natuurlijk), want we krijgen al behoorlijk rode armen.
Kilchiaran Bay

Via een steile weg komen we op de weg terug naar Port Charlotte. Het lijkt wel of we recht de zee incrossen op onze fietsjes. Wat een beloning na zo'n fietstocht, om een kwartier berg-af te mogen gaan! Onderweg hebben we nog mooie vergezichten richting de Paps of Jura. Het lijkt slechter weer te worden met donkere wolken, maar die waaien gelukkig over. Als we in Port Charlotte aankomen, besluiten we nog een klein stukje richting Bruichladdich te fietsen, helaas is de distillery al dicht. We maken nog een wandeling langs de kust en fietsen terug naar de fietsverhuur.
Bruichladdich Distillery

's Avonds eten we nog iets in de pub, en na een paar afscheids-pints met het stel uit Dumfries (Islay George is er niet bij vanwege aan aanhoudende kater), duiken we, lekker rozig van het fietsen in de zon, niet al te laat ons bedje in (nouja, rond een uurtje of 12..).


Na het ontbijt en een laatste wandeling over het strand van Port Charlotte zeggen we dit leuke plaatsje met witte huisjes en zwarte kozijnen vaarwel. Hier komen we zeker nog een keer terug!
Met de postbus rijden we 's middags naar Port Ellen. Vlakbij de ferryhaven ligt ons andere B&B op Islay: Caladh Sona. We krijgen een grote kamer (slaapkamer, grote badkamer en een eigen zitkamer met uitzicht op de baai) toegewezen. De gastheer schijnt een gepensioneerd distiller van Ardbeg te zijn, maar we krijgen hem de aankomende dagen niet te zien.
Uitzicht vanuit onze kamer

Port Ellen is een stuk groter dan Port Charlotte, en tijdens een wandeling door het dorp vinden we het ook een stuk minder leuk dan Port Charlotte. Maar er is wel meer te doen! We lunchen bij een jongerencentrum (gelukkig is hier wel iets te doen voor de jeugd, die kleine dorpjes zijn erg leuk en lieflijk, maar volgens mij niet leuk om op te groeien als tiener zijnde). We lopen verder door het dorp en langs het strand, naar de in onbruik geraakte Port Ellen Distillery. Ja, Islay zou Islay niet zijn als je niet overal herinnerd wordt aan whisky!
Port Ellen Distillery

Vroeg in de avond maken we een lekkere wandeltocht over het strand, met heel veel rare aangespoelde dingen zoals botten, promotiepoppetjes van Guinness en skeletten van zee-egels. De reisgidsen hebben ons bergen wildlife beloofd (zo zouden er veel dolfijnen en zeehonden te zien zijn), maar het enige wat wij gespot hebben tot nu toe, is de leuk vormgegeven prullenbak hieronder.
Dolfijn-spotten

Heerlijk, zo over het strand struinen, licht briesje en de geur van zeewier en whisky. We doen wat inkopen bij de supermarkt voor het avondeten (sandwiches, kwark, rare smaakjes chips en natuurlijk een paar flessen Irn-Bru). Wat ons opvalt is dat je hier in Schotland in de meest kleine winkeltjes de meest uiteenlopende smaken chips kunt krijgen, van naturel via haggis-flavoured tot kaas-met-spek smaak.

Tegenover ons B&B ligt het in verval geraakte Islay Hotel. We zien een lamp zachtjes heen en weer wiegen in de wind die door het ontbrekende raam naar binnen waait. We prijzen onszelf gelukkig met onze riante kamer!
Islay Hotel

's Avonds kijken we lekker lui tv op onze kamer, een van de weinige avonden dat we binnen blijven in plaats van naar de pub, en we krijgen een programma over zuipende jongeren in de grote steden van Schotland te zien...


Na het uitstekende ontbijt van Rhona zijn we eigenlijk van plan om fietsen te huren. Helaas is dit de eerste dag dat het maar niet wil stoppen met regenen, dus hebben we de bus naar Bowmore gepakt. We zijn net op tijd voor een rondleiding door de Bowmore Distillery. 
Stills in Bowmore Distillery

De tour is erg leuk, de vrouw die ons rondleidt vertelt alles met gortdroge Schotse humor! (de whisky gaat er om 11 uur 's ochtends nog niet echt in, trouwens...). Als laatste zien we de opslag van de vaten. De vaten op de foto hieronder zijn eigendom van particulieren, die de vaten nooit hebben geclaimd. Dure aanschaf dus!
Vaatjes Bowmore

Als we de distillery uitstappen, is het redelijk droog. Een meeuw poseert gewillig op een muurtje bij de haven. 
Meeuw

We bezoeken een liefdadigheidsmarkt in een dorpshuis. Vol trots worden er zelfgemaakte schilderijen, bewerkte stenen, ansichtkaarten, foto's en snuisterijen verkocht voor het goede doel. We eten er voor 2 pond champignonsoep (saus?) met geroosterd brood. 
Tijdens de wandeling door Bowmore komen we langs een nogal angstaanjagende slagerij. Family Butcher, staat er met sierletters op het raam. We vragen ons af hoeveel families deze slager heeft omgelegd..
Rare slager..

Daarna lopen we de hoofdstraat van Bowmore op, richting de ronde kerk. De Bowmore Church staat bovenaan de steile weg die door Bowmore loopt en is zo gebouwd, dat de duivel zich niet in een hoekje kan verstoppen. Bij de kerk is een imposant kerkhof, vol met oude grafstenen en soms keltische kruizen als grafsteen. 
Bowmore Church

Ondertussen is het weer begonnen met regenen. Bowmore is misschien leuk als het mooi weer is, maar zo in de neerslag nemen we de bus maar terug richting Port Ellen. De bus blijkt helemaal door te rijden door Port Ellen naar Ardbeg, dus we blijven lekker zitten en laten ons afzetten bij de tweede distillery van vandaag: die van Ardbeg.

Eenmaal in het bezoekerscentrum van Ardbeg komen we de eerste Nederlanders tegen van deze vakantie. Raar om ineens een paar mensen in Nederlands te horen babbelen. De tour door de distillery is informatief, maar wel vol saaie feitjes. Aarjen en ik moeten grijnzen als ons wordt verteld dat het water voor de whisky 'full of body' is, aangezien we net een niet-zo-levendig schaap bij de nabije beek zagen liggen. Na de tour zijn we in de stromende regen teruggelopen langs Lagavulin en Laphroaig (nog 2 distilleries..) naar Port Ellen.
Ardbeg Distillery

Vlakbij Port Ellen breekt ineens de zon door de wolken! 
Zonnestralen boven Port Ellen

's Avonds zijn we gaan eten in een lokaal hotel, waar bijna alles wat op de kaart stond, op is. Na het eten zijn we in de pub van het hotel gaan poolen met een jongen uit Noord-Ierland, die 'even' is komen overvaren met zijn vader. Als het helder weer is, kun je vanaf Islay Noord-Ierland zien liggen, maar vandaag was de zee ruig en vader zat nog na te hijgen van zijn bijna-dood ervaringen van de overtocht. We besluiten de avond met een pint in de pub tegenover ons B&B, waar we vergezeld werden door de bemanning van de laatste ferry. Het zou nog lang gezellig blijven in de pub.. Penguins!


Opgestaan met een kater (eigen schuld dikke bult), maar na een ontbijtje zijn we weer helemaal fris. We staan om 9 uur al bij Port Ellen Playing Fields om fietsen te huren, maar volgens het bordje op de deur gaat deze pas om 11 uur open. Via via horen we dat een oude man ook fietsen verhuurt. We storen de man in zijn ontbijtje, maar dat maakt hem niets uit. Gastvrij leidt hij ons rond door zijn huis en de tuin, waar achter in een schuurtje een paar fietsen staan. De fietsen zijn bijna vooroorlogs, maar we besluiten het er toch maar op te wagen. Na een half uur fietsen blijkt Aarjens achterwiel los te zitten. Terwijl Sas van een heuvel af rijdt, en probeert te remmen, blijken de remmen niet te werken. Paniek, maar gelukkig is het rustig op de weg. We zijn weer teruggefietst naar de oude man en hij gaf ons, zonder dat we erom vragen, ons geld terug. Hierna zijn we toch maar naar de Playing Fields gelopen, het is inmiddels al bijna 11 uur en er staan wat mountainbikes. Een Italiaanse jongen die ook een fiets wil huren, keurt de fietsen af met zijn fietsenmakers-verleden, maar wij wagen de 2e gok van de dag. Een geslaagde, want deze fietsen zijn wel prima in orde.
Port Ellen Lighthouse

We zijn eerst naar een op zonne-energie werkende vuurtoren gefietst. Vlabij staat een boerderij met een groezelig bordje met een pijl erop: Singing Sands. We laten onze fietsen achter bij de boerderij en lopen door het hoge gras richting de kust. We komen uit op een stil zandstrand, waar grote rotsen uit het niets vanuit het zand omhoog schieten. We lopen langs de kustlijn en herbeleven onze jeugd door een uur zoet te zijn met het bouwen van zanddammetjes in een beekje dat over het strand naar de zee stroomt. Ondertussen genieten we van de kustlijn hier, grillige rotsen en ergens bovenaan een klif staat een huisje. Wat een droomlocatie!
Singing Sands

Het duurt even voordat we uitgespeeld zijn in het zand, het weer is heerlijk en er is niemand op het strand. Heerlijk, zo'n prive stukje kust! 
Singing Sands

We klauteren nog wat over de rotsen, maar we 'moeten' toch verder. We willen nog een stuk fietsen over het zuidelijk deel van het eiland. Op de terugweg naar Port Ellen komen we langs Kilnaughton Chapel, een vervallen kerk met een oud kerkhof. Overal vind je ze hier, kerkruines met oude kerkhoven, hier wordt niets geruimd.
Kilnaughton Chapel

Door Port Ellen fietsen we dezelfde weg die we gisteren voor een deel gelopen hebben. Langs de drie distilleries fietsen we verder door heidelandschappen en bos. Onderweg zien we eindelijk de wilde dieren van het eiland, in de verte zien we zeehonden en herten. Uiteindelijk komen we uit bij de Kildalton Church. Bij deze eveneens vervallen kerk , met muren maar zonder dak, staat het Kildalton Cross, het enige Keltische Kruis wat nog geheel intact is. Bouwjaar is rond 800, dus het is een prachtig stukje geschiedenis. Het staat hier zomaar, op het kerkhof.
Kildalton Cross

Binnenin de Kildalton Church doen we nog een rare ontdekking: op een steen met de afbeelding van een heilige erop, ligt een stapel muntjes. We hebben geen idee wat die muntjes daar doen, en met onze bijgelovigheid leggen we er maar een 20 pence stuk bij.
We eten op een bankje bij de kerk onze lunchpakketjes op en genieten nog even van het zonnetje.
Kildalton Church

Kildalton Church

Kildalton Church

Op de terugweg fietsen we weer door de bossen en heide, later langs de grillige kust terug naar Port Ellen. Onze laatste dag op Islay zit er bijna op, en dit eiland is te groot om in een paar dagen op de fiets en te voet te bekijken. Hebben we een goed excuus om een volgende keer nog eens terug te gaan!
Islay, zicht naar de kust

Islay, zicht landinwaarts

's Avonds eten we bij het curryhouse (waar we de dag erna spijt van zullen krijgen). We zitten na het eten nog even op het strand aan de baai en liggen na de prima fietstocht van vandaag lekker vroeg in bed.


Het curryhouse in Port Ellen zullen we niet snel vergeten, 's ochtends worden we allebei wakker met pijn in onze buik. Misschien moeten we de goede Schotse raad wel opvolgen en voortaan alleen curry gaan eten na een avondje flink stappen.. We krijgen van Rhona cereals en toast, voor het eerst deze vakantie eten we geen gekookt ontbijt. Het weer vandaag is echter prachtig. De zon schijnt en na het ontbijt en afscheid van Rhona zitten we op de ferry terug naar het Schotse vasteland. Islay is ons derde en laatste eiland van deze vakantie, en het is leuk om het verschil te zien tussen de drie eilanden die we bezocht hebben.

Op de CalMac ferry

Op het voordek van de ferry zitten we heerlijk in de zon, bij het vertrek uit Port Ellen wappert de Schotse vlag op de boot langzaam heen en weer. We varen langs Jura wanneer een andere CalMac ferry richting Islay vaart, het lijkt wel een plaatje uit de brochure. Op de heenweg hebben we door het slechte weer eigenlijk niet zo gelet op de mooie uitzichten die je hebt vanaf de boot, maar vandaag genieten we met volle teugen van The Paps of Jura. We zien onderweg zelfs zeehonden en iets dat verdacht veel op een dolfijn lijkt (nee, niet de prullenbak).
Jura in de achtergrond

In Kennacraig wacht de bus naar Lochgilphead. Na een mooie bustocht langs Loch Fyne (hadden we maar een eigen auto, dan hadden we vast vaak uitgestapt voor het mooie uitzicht hier) en een flinke wandeling de heuvel op in Lochgilphead, worden we hartelijk verwelkomd in het Cairnsmore House B&B door Jim & Catherine. We hebben een mooi uitzicht vanuit onze kamer, door de bomen in de tuin, over Loch Gilp. 
Uitzicht vanuit de kamer

Jammergenoeg hebben we alletwee ook nog steeds last van onze buik, dus meer dan een half uurtje wandelen door Lochgilphead en snel een licht hapje eten zit er niet in. Ondertussen slaat het weer snel om, van zonnig via onweer naar regen. We liggen dan 's avonds ook vroeg in bed. Onze kamer is voorzien van een rijk gevulde literatuurmand, dus we liggen lekker lui te lezen op bed terwijl de regen tegen het raam slaat.